Vrouwen en meisjes die tijdens de bezetting omgang met Duitse soldaten hadden, werden na de bevrijding als landverraders gezien. In veel plaatsen werden ze in het openbaar en onder luid gejoel van een mensenmenigte kaalgeschoren en op andere wijzen vernederd.
In de eerste weken na de bevrijding stonden in Enkhuizen deze zogenoemde moffenmeiden onder controle van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). De vrouwen en meisjes hadden huisarrest in afwachting van een medisch onderzoek. Medio juni 1945 werden zij aan de gemeente en politie overgedragen omdat de BS werden ontbonden.
De vrouwen van wie het huisarrest eind augustus was opgeheven, werd afgeraden om aan de bevrijdingsfeesten deel te nemen. Deze oproep was ook in het belang van de vrouwen en meisjes zelf.
In Enkhuizen was de burgemeester lovend over het optreden van de BS. Volgens hem waren ongewenste handelingen 'volkomen achterwege gebleven'. De arrestatie van NSB'ers en andere landverraders vond in Enkhuizen zonder publieke vertoningen plaats.