Het verzet communiceerde tijdens de oorlogsjaren met briefjes die per koerier werden verstuurd. Dit waren bijvoorbeeld berichten over bijeenkomsten van verzetsgroepen. De briefjes moesten na lezing vernietigd worden om ontdekking te voorkomen.
De Oom Barend in dit briefje is de heer D. Bakker, onderdistrictscommandant Hoorn van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij was al vanaf het begin van de oorlog actief in de illegaliteit. Door zijn werkzaamheden bij de Posterijen kon hij in de communicatie tussen verzetsgroepen veel betekenen. Zo waarschuwde hij wanneer een inval van de Duitse bezetter op handen was. Hij luisterde gesprekken af en legde illegale verbindingen.