Tijdens de bezetting werd voedsel volgens een distributiesysteem onder de bevolking verdeeld. Dit systeem van rantsoenering was al voor de oorlog opgezet. Het moest hamsteren tegengaan en zorgen voor een gelijkmatige verdeling van het beschikbare voedsel.
Voor dat doel werden producten op de bon gezet. Bonnen werden verstrekt door plaatselijke distributiekantoren.
Wegens bijzondere arbeid konden mensen in aanmerking komen voor extra rantsoenen. Onder bijzondere arbeid werd onder andere verstaan arbeid in de voedselproductie en industrie.
Zo kwamen arbeiders van de Coöperatieve Zuivelfabriek in Hem in aanmerking voor extra rantsoenen. Op deze manier konden arbeiders het zware en belangrijke werk beter volhouden. Ook werden extra rantsoenen toegekend aan bijvoorbeeld zwangere vrouwen en kinderen.
