Al vrij snel na de bezetting van Nederland vaardigden de Duitsers een bevel tot het doden van alle postduiven uit. Ze waren bang dat de duiven werden ingezet om berichten naar de geallieerden te zenden.
Na hevig protest werd de maatregel aangepast. De duivenmelkers hoefden hun duiven niet meer te doden maar ze mochten deze niet meer laten vliegen. Ook werd er een registratieplicht ingevoerd. Een speciaal opgerichte Duivenbrigade hield toezicht.
Later in de oorlog besloot de Duitse bezetter alsnog dat alle postduiven gedood moesten worden. Als bewijs daarvoor werden de afgehakte geringde pootjes ingeleverd. Aan het einde van de oorlog stond zelfs de doodstraf op het houden van postduiven.