Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in 1914, is er veel honger in ons land. Nederland is neutraal, maar veel landen om ons heen zijn in oorlog. Schepen kunnen niet langer veilig varen. Het zorgt ervoor dat er minder voedsel uit andere landen binnenkomt. De Nederlandse boeren lukt het niet om zelf genoeg voedsel voor iedereen te produceren: het leidt tot een voedseltekort
Om ervoor te zorgen dat iedereen toch genoeg te eten heeft, krijgen mensen voedselbonnen. Elke week weer. Deze bonnen zorgen ervoor dat het beperkte voedsel eerlijk wordt verdeeld. Mensen mogen maar een bepaald aantal producten kopen. Zo is er voor iedereen wat.
Dit archiefstuk is zo’n voedselbon. De bonnen die je hier ziet, zijn bedoeld voor het kopen van bruinbrood en tarwemeel. Elke bon gaf recht op 400 gram van deze producten.
Om ervoor te zorgen dat Nederland in de toekomst niet meer zonder voedsel komt te zitten, wordt er nagedacht over meer landbouwgrond. Meer grond zou ons minder afhankelijk maken van het buitenland. Cornelis Lely heeft al jaren plannen om land van de Zuiderzee droog te maken. Zijn ideeën krijgen steeds meer steun.