Het leven rondom de Zuiderzee is al eeuwenlang niet zonder risico, het kan er flink stormen! Overstromingen zijn in het verleden vaak voorgekomen en in de late middeleeuwen zijn er zelfs hele dorpen door het water verzwolgen. Ter bescherming van het land tegen de zee, is daar de Westfriese Omringdijk. Toch blijft het gevaar van overstromingen altijd aanwezig.
In januari 1916 lijkt het ernstig mis te gaan. Al dagenlang woedt er een hevige storm en de dijken rondom de Zuiderzee hebben het zwaar te verduren. Op verschillende plekken breken ze al door, en ook de Westfriese Omringdijk komt zwaar onder druk te staan. Vooral het gedeelte bij Andijk staat op het punt door te breken. Mensen werken dag en nacht in ploegendiensten om de dijk te versterken. Ze slepen zandzakken en werken keihard om te voorkomen dat het water doorbreekt. Ook mensen uit omliggende dorpen komen helpen.
De volgende ochtend neemt de storm af. De dijk houdt stand, maar het was erg spannend. Als de dijk was doorgebroken, zou een groot deel van West-Friesland overstroomd zijn met zout water. De inwoners zijn opgelucht, maar beseffen pas goed hoe groot het gevaar was. De dagen erna werken zo’n 1600 mannen en 100 paarden hard aan het herstel van de dijk.
De bijna-ramp zorgt ervoor dat er veel meer steun komt voor het plan van Cornelis Lely om de Zuiderzee af te sluiten. Het wordt duidelijk dat er iets moet gebeuren om de regio beter te beschermen tegen overstromingen.