Ten vroetschappe geleesen den 29en januarij 1635
De bewinthebberen vande Westindische Compagnie hebben voor
desen uwe hoog mogenden kennelijck gemaeckt de veroverin-
ghe van eijlant Curacao gelegen in Westindien
opde hoochte van twaelff graden ende versien van alderleij
leeftochten, verffhout, sout, peerden, oock een bequame
haven voorde schepen vande compagnie om uut de selve in
corso te gaen op des coninx van Hispanien vlote ende
niet alleen de geheele vaste custe van Westindien
te infesteren maer oock int binnenste van die rijcke
Landen te penetreren, tot merckelijcke affbreuck vande
vijant ende voordeel van desen staet. Dan alsoo de voornoemde
bewinthebberen bedacht sijn dat den algemeijnen
vijant met alle middelen sal trachten het voorschreven eijlant
de meergenoemde compagnie wederom te ontsetten. Ten ware
't selve na behooren gefortificeert ende met een goet antal
van volck, daeronder een compagnie ruijtere beset wierde
tot affweeringe vande vijant. Welcke costen volgens de
pertinente specificatie daervan gemaeckt soude comen
te bedragen de somme van 246 duijsent guldens, een
somma die bij die vande gemelte compagnie na heuren tegen-
woordigen staet, als sijnde met een sware lastige
oorloghe van Brasil nu geengageert niet en can werden
gefurneert. Derhalven heeft de vergaderinge der xixen
ons uut midden der selver gecommitteert omme uwe
hoog mogenden onderdanichste te versoecken dat uwe hoog mogenden
gelieven mochte de voornoemde compagnie met een extraordinare
subsidie vande voorschreven somme bij te springen, omme geemploieert
te werden tot defensie vant voorschreven eijlant. Ofte andersints
aen die vande compagnie uwe hoochwijsen raet mede te deelen
in wat vougen men het voorschreven eijlant soude mogen