Tussen 1590 en 1630 maakten Hoorn, Enkhuizen en Medemblik een grote bloeiperiode door. Om ruimte aan handel en scheepvaart te geven, werden in de drie Westfriese steden nieuwe havens aangelegd.
Op deze kaart staat de Nieuwe Haven van Hoorn uit 1608. Rondom de haven kwamen scheepswerven en houtopslagplaatsen. Na de aanleg van nog meer nieuwe havens veranderde de naam in Oude Nieuwe Haven.
De Westfriese havens hadden last van verzanding en dichtslibbing waardoor ze vaak moesten worden uitgediept.
In de negentiende eeuw is een deel van de Nieuwe Haven gedempt. Het resterende water heet nu Vluchthaven. Het gedempte deel is gebruikt voor de aanleg van het Julianapark en de sportvelden.