In februari 1872 schrijft de burgemeester van Westzaan een brief aan de burgemeester van Hoorn. Hij heeft vernomen dat de Westerpoort gesloopt gaat worden, en in deze poort zit een gedenksteen van de bekende Lambert Melisz. Het zou, volgens de burgemeester van Westzaan, zonde zijn als deze gedenksteen verloren gaat. Maar wie is Lambert Melisz precies? En waarom zat deze steen in de Westerpoort van Hoorn? Dit heeft alles te maken met de Tachtig jarige oorlog en de nasleep van de Slag op de Zuiderzee.
Na het verlies op de Zuiderzee was het nog steeds het doel van de Spanjaarden om Noord-Holland te heroveren. Als in de winter de wateren dicht zouden vriezen, konden ze gemakkelijk oversteken om een aantal kleine dorpjes in te nemen rond Waterland en de Zaanstreek. Pas in februari begon het te vriezen. De Geuzen die zich in dit gebied bevonden, trokken naar Hoorn en lieten het volk aan haar lot over. Dat gold niet voor Lambert. Hij besloot op een slee zijn oude moeder mee te trekken, helemaal tot aan Hoorn.
En zo toonde de gevelsteen een man die een vrouw over het ijs meetrekt. Deze steen is nu in het bezit van het Westfries Museum. In 1873, tijdens de festiviteiten, is een nieuwe gevelsteen met een soortgelijke afbeelding aangebracht in de Breed 2, vlak bij de oude Westerpoort. Onder deze afbeelding stond de tekst: “Doen Dwinglandij den Staat en Westzaan dede zugten, bevrijd dees Brave Soon sijn moeder van de Doot, en kwam, op dit vatsoen, van daar tot hier toe vlughten; Zoo blijft een Edel Kind sijn Ouders trouw in Noot”. Dit gebouw samen met de gevelsteen zijn echter tijdens een brand verwoest.