In dit jongensboek uit 1960 wordt het legendarische verhaal van Jan Haring verteld. Jan Haring was een Hoornse matroos bij de Watergeuzen. Hij werd bekend door twee opmerkelijke acties in de strijd tussen de Nederlandse opstandelingen en de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Vanuit Amsterdam wilden de Spanjaarden Noord-Holland heroveren. Daarom wilden de opstandelingen de aanvoer van goederen naar Amsterdam afsnijden. Toen Sonoy dit bij de Diemerdijk probeerde, ging het goed fout. Gelukkig was daar Jan Haring die in zijn eentje de Spanjaarden op afstand hield tot de Geuzen veilig konden ontsnappen. Hierna dook hij in het water en overleefden een kogelregen.
Een jaar later, in 1573, was Jan Haring weer van de partij waar de Geuzenvloot op de Zuiderzee de aanvoer vanuit de Oostzee wilde blokkeren. Op 11 oktober zagen de geuzen kans het admiraalsschip te enteren. Jan Haring was daarbij en klom de vlaggenmast in waar hij de admiraalsvlag lossneed. Hij werd neergeschoten en viel in zee. Maar, de overgebleven Spaanse schepen sloegen op de vlucht.
Het lijk van Jan Haring zou zijn opgebaard in het stadhuis van Hoorn. Maar of hij echt heeft bestaan is niet bekent. Later is er veel naar Jan Haring vernoemd zoals straten, feestdagen en schepen.