Waar Leiden het Leids ontzet al eeuwen herdenkt en Alkmaar ook nog altijd haar ontzet viert, is dat in de 19e eeuw niet het geval voor de Westfriezen en de Slag op de Zuiderzee. Dit tot de teleurstelling van de schrijver van dit artikeltje in de krant van 11 oktober 1893. Het was toen 320 jaar geleden dat de Slag had plaatsgevonden. 20 jaar eerder was er wel een groot feest geweest, maar dit was geen jaarlijks terugkerend fenomeen. En dat was wel het geval in Leiden en Alkmaar.
Tijdens het Leids ontzet in oktober 1574 werd de stad bevrijd door een geuzenvloot. De Spanjaarden hadden deze stad op 30 oktober 1573, vlak na de Slag op de Zuiderzee, ingenomen en het een jaar lang bezet. Tijdens het Alkmaars ontzet op 8 oktober 1573 kon Alkmaar de Spaanse aanval definitief weren. Vlak na de Victorie van Alkmaar, zoals het ontzet ook wel genoemd wordt, vond op 11-12 oktober 1573 het hoogtepunt van de Slag op de Zuiderzee plaats, waarbij de prinsgezinden wonnen van de Spanjaarden op zee.
De schrijver van het artikeltje vindt niet dat wat de Westfriezen bereikt hebben op de Zuiderzee onderdoet aan dat wat er in Leiden en Alkmaar is gebeurd. Hij snapt dan ook niet waarom er hier geen jaarlijks herdenkingsfeest is en vindt dat de Westfriezen zich een belangrijk deel van hun geschiedenis niet herinneren. De Westfriezen brachten goed en bloed ten offer, om zich de heerschappij op de Zuiderzee niet te laten ontnemen. Zij zouden dan ook nog altijd vereert en herdacht moeten worden.
