Kranten in Westfriesland schreven over de slavernij in West-Indië en de afschaffing ervan. Dit krantenbericht toont dat er ook in Westfriesland al in 1855 over de Slavernij werd geschreven in negatieve zin.
Het krantenartikel gaat over een “feest” in Suriname. Boten verzamelen zich. Er worden grote tafels gedekt met eten en drinken. Ook wordt er gelachen en gepraat. Toch is dit geen gezellig feest voor iedereen. De honderden slaafgemaakten die ook op boten zijn verzameld, zullen namelijk spoedig worden verkocht…
Het artikel vertelt over de droevige situatie waar de slaafgemaakten zich in bevinden. Het gaat om een groep slaafgemaakten van een plantage die verkocht moest worden om de schulden van de eigenaar af te lossen. Nu worden de slaafgemaakten los van elkaar verkocht. Weg van de grond waar ze vandaan komen, en weg van hun families, partner en kinderen.
Een neefje van de genoemde heer Belmonte, die de slavernij in Suriname juist steunde waar het volgens hem geen slavernij was, werkte als arts in Hoorn.