Bij de doopinschrijving van Cornelis Valentijn staat dat hij een "bejaerde gewesene slaef" was (bejaerde betekent volwassen). Dat is een bijzondere vermelding, aangezien er zeer weinig tot slaafgemaakten naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werden gebracht.
Cornelis Valentijn kwam in juli 1724 in Enkhuizen aan. Hij heette toen waarschijnlijk Cupido van Bougis en was aan boord van het VOC-schip Huis de Vlotter meegekomen als verzorger van Jan Timmerman. Deze man was al oud en blind maar wilde graag naar zijn geboortegrond terug. Om zijn reis te kunnen vervolgen, kocht Jan de totslaafgemaakte Cupido van Bougis.
Cupido werd op 20 februari 1725 gedoopt en kreeg toen de naam Cornelis Valentijn.
Zoals eerder aangegeven was het niet gebruikelijk dat er tot slaafgemaakten meekwamen op VOC-schepen. In 1630 verbood de VOC het overbrengen van tot slaafgemaakten. Jan Timmerman heeft daarom speciaal om toestemming moeten vragen. Waarschijnlijk overleed Jan onderweg.
Cornelis Valentijn bouwde een goed leven op in Enkhuizen. Hij werkte voor de VOC, trouwde en kreeg kinderen. In het Westfries Archief zijn diverse documenten te vinden over huizen en grond die de voormalige totslaafgemaakte kocht en verkocht.