In deze brief vraagt Diederik Sonoy aan het stadsbestuur van Medemblik om vrijwilligers te werven in de omgeving. De vrijwilligers moeten zich melden in Bovenkarspel en Enkhuizen en moeten zelf een bijl of een ander wapen meenemen.
Diederik Sonoy was een vertrouweling en een goede vriend van Willem van Oranje. Nadat een aantal steden in Noord-Holland in 1572 kant kozen voor Oranje, werd Diederik Sonoy aangesteld als gouverneur van Noord-Holland tot aan het IJ.
In 1572 was het nog niet duidelijk dat de rebellen de Opstand zouden winnen. De Spaanse legers waren in deze tijd nog erg machtig en de rebellen waren bang dat ze Noord-Holland zouden binnenvallen. Daarom wilden zij zelf zoveel mogelijk soldaten ronselen. In de tekst beschrijft de schrijver het ronselen als ‘den trommel doen omslaen.’