Dit is een inventaris opgemaakt door de kerkmeesters van Opmeer van het goud-, zilver- en koperwerk dat in 1572 uit hun kerk is gehaald. In de lijst wordt onder andere genoemd een kelk, kerkgewaden, 11 kandelaars, 2 kronen, al het ijzerwerk en 6 altaarkleden. Een klein zilveren lepeltje is wel nog achtergelaten…
De eerste keer dat dit gebeurde was op 20 mei door een onbekende kapitein, maar de tweede keer werd dit gedaan door Pieter van Guilich (Gullick) met zijn soldaten. Pieter van Gullick was de schout van Opmeer. Dit bewijst dat ook schouten, baljuws en andere overheidsdienaren, die in opdracht van het opstandelingenbewind handelden, niet onder deden voor de soldaten en geuzenvendels.
In 1573 werd Claes Abertsz als gereformeerd predikant in Opmeer beroepen. In sommige plaatsen keerde de vroegere pastoor terug als gereformeerde predikant. Ook de pastoors van Zwaag, Spierdijk, Winkel, Opmeer, Grosthuizen, Sint Maarten, Sijbekarspel, Midwoud, Langedijk en Westerblokker stapten op de nieuwe leer over.